Finale (1984, revision 1986)
with financial support of the Fonds voor de Scheppende Toonkunst
first performance: February 25-1986, Zwolle
Charles van Tassel – baritone
Duo Contemporain consisting of Henri Bok (bass clarinet/alto saxophone) and
Evert le Mair (marimba/vibraphone)
The annual TT motorcycle races on the Isle of Man are well-known. For many competitors they mean the ‘finale’ of their lives, fatal accidents often occur. The writer of the text is also taking part. He leads us along the places where motorcyclists were killed. At last he himself loses control of his motorbike…
The ensemble is small: singer, player of a windintrument, percussionist. Nevertheless, this piece has the atmosphere of an opera. The musical idiom is determined by dramatic gestures and extreme contrasts. The performers have to overcome the limitations of their instruments. This places great demands on their technical abilities and stamina.
The interval of the octave forms the basis of the whole piece. Gradually it gains influence.
words:
LENTE
De zee springt om het eiland Man als een onrustige hond en brult met schuim op de bek boven het geraas van de motoren uit, die twee aan twee, in de loeiende storm, klaar staan voor de race.
De regen striemt mijn leren pak en de glimmend gelakte machine, die trillend in mijn handen op het punt staat weg te springen uit de strakgespannen boog van de zenuwen.
De zee draait in mijn ooghoeken mee op de weg naar Quarter Bridge, waar mijn motor bijna slipt op het natte wegdek bij de s-bocht naar Union Mills, Ballacraine, laagscherend over het asfalt als de stormvogel naar Glen Helen, Handley’s Cottage.
Waar Walter Handley onderuit ging, omdat het achterwiel weggleed, zijn motor voor hem uit stuiterde in een wolk van opspattend regenwater en samen met hem tegen tegen een muur te pletter sloeg, lichaam en machine innig verstrengeld.
ZOMER
De zee ligt om het eiland als een luie hond in de zon en maakt geen enkel geluid, waardoor het loeien van de motoren ongehinderd in de lucht geslingerd kan worden in waaiers van lawaai.
De zon steekt door mijn leren pak en flitst verblindend langs de machine, die onder mijn lichaam kookt en als een gloeiende bal over het zachte asfalt springt dat zwart met de groene heuvels mee stroomt.
De volle bomen en heggen trekken een groene streep in mijn ooghoeken als ik de top van de heuvel passeer. Op weg naar Kirkmichael, zeilend door de bochten in het ritme van de zomerdans naar Birkin’s Bend.
Waar Archie Birkin, verblind door de zon, tegen een vrachtwagen reed, het voorwiel als papier werd opgevouwen, zijn lichaam door de sprong van het achterwiel omhoog werd geslingerd en tegen de voorruit sloeg, waarna het levenloos naar beneden gleed.
HERFST
De zee sluipt om het eiland Man als een gluiperige hond en laat zich alleen nog commanderen door het razen van de motoren, terwijl de mist alle andere geluiden in de herfstmiddag verborgen houdt.
De fijne regen belemmert mijn uitzicht en plakt aan de machine, die dof over de weg gaat en met ingehouden woede het spoor probeert te zoeken, waarmee de bocht zich oplost in het onbekende.
De herfstbladeren kleuren de grijze muren, waartussen ik mijn snelheid opvoer naar Sulby, om bij Ramsey af te remmen voor de haarspeldbocht, die de weg naar Cuthrie’s Memorial voorafgaat.
Waar Jimmy Cuthrie door de mist werd verrast, in de berm raakte, tegen de rotswand sloeg, terwijl zijn wegspringende motor vonken schoot, in brand vloog en het lichaam werd verlicht.
WINTER
De zee ligt om het eiland Man als een stijfbevroren hond en laat het geluid van de motoren over haar oppervlakte glijden tot ver voorbij de horizon, een eindeloze race tegemoet.
De kou bijt door mijn leren pak en dooft het vuur van de machine, die moeizaam naar boven klimt over de heldere weg van ijskoud asfalt, dat hier en daar wit is uitgeslagen en gevaarlijk opengebarsten.
In het dal beneden zijn de velden wit als ik East Mountain Gate passeer op weg naar de Verandah, met de bedachtzame snelheid van de schaatsenrijder over gevaarlijk ijs, tot aan de Bungalow.
Waar ik door zweef naar beneden, vrij als een vogel in de lucht, vlak langs het bord met de woorden: important to all spectators: you are warned that motor-cycle racing is potentially dangerous and you are present in the vicinity of the course entirely at your own risk.
vertaling:
SPRING
The sea bounds on around the Isle of Man like a restless dog and roars, foaming at the mouth, above the noise of the motor-cycles, which, in rows of two, are ready for the race in the raging storm.
The rain lashes my leather suit and the shiny, black-lacquered machine, which, trembling in my hands, is on the point of dashing forward, suddenly shooting off from the tightly-stretched bow of pre-start nerves.
The sea turns along in the corner of the eye on my way to Quarter Bridge, where I almost slipped on the wet surface near the bend to Union Mills, Ballacraine, skimming the asphalt very low like the stormy gull to Glen Helen, Handley’s Cottage.
Where Walter Handley lost his balance, because the back-wheel skidded away, his motor bounced in front of him in a cloud of splashing rain-water and together with him was smashed to pieces against a wall, man and machine for ever closely entwined.
SUMMER
The sea lies round the Isle of Man like a lazy dog in the sun and makes not a single sound, so that the roar of the motor-cycles, unimpeded, can be hurled into the sky in fans of noise.
The sun stings through my leather suit and, blinding, flashes along the machine, which under my body boils and just like a red-hot ball bounces across the soft asphalt that is streaming black down the green hill-sides.
The fully grown trees and hedges draw a green line in the corner of my eye, when I pass the top of the hill on my way towards Kirkmichael, sailing along the curves to the rhythm of the summerdance to Birkin’s Bend.
Where Archie Birkin, blinded by the sun, collided with a truck, the front-wheel was folded as if it were paper, his body by the jump of the back-wheel was sent spinning into the sky and hit the front-window after which it glided downwards lifelessly.
AUTUMN
The sea skulks around the Isle of Man like a sneaking, furtive dog and will take orders only from the roaring of the motor-cycles while the thick fog is hiding all the other sounds stirring in the autumn afternoon.
The fine-cut drizzle wholly obstructs my view and sticks to the machine, which dully skims over the road and with bottled-up anger tries to find the indistinct track along which the bend is dissolving in the unknown.
The autumn leaves colour the greyish walls where in between I press up my speed, heading for Sulby to slow down at Ramsey for the hair-pin-bend, which is preceding the road towards Cuthrie’s Memorial.
Where Jimmy Cuthrie was surprised by the fog, landed in the verge, smashed against the rock-face while his spurting motor shot fire, burst into flames, lighting up the body.
WINTER
The sea lies round the Isle of Man like a stiffly frozen dog and makes the sound of the motor-cycles glide its surface till far beyond the horizon to meet an endless race.
The cold bites through my leather suit and puts out the fire of the machine, which is heavily climbing the clear road of icy asphalt, that has here and there effloresced white and dangerously burst open.
In the valley down below all is white when I pass East Mountain Gate on my way straight to the Verandah with the speed, cautious and thoughtful, of the skater on risky ice up to the Bungalow.
Where I glide on downwards, free as a bird in the air, just past the sign which says: important to all spectators: you are warned that motor-cycle racing is potentially dangerous and you are present in the vicinity of the course entirely at your own risk.
Fer Bank