Een bevroren Trompet in Helsinki (A frozen Trumpet in Helsinki) (1996)
with financial support of the Fonds voor de Scheppende Toonkunst
first performance: February 22-1997, Posthoornkerk, Amsterdams
Marco Blaauw – piccolo trumpet
Koor Nieuwe Muziek
conductor: Huub Kerstens
The Frisian adventurer Leonardo Faber (1840-1896) tells in his diary, of which only a few fragments have survived in a private archive, how at last he arrives in Helsinki after a long and perilous journey – one of his fellow-travellers dies – on the 5th of March, 1896.
He stays the night in an inn and the following day he has a strange encounter with a Finnish beggar, who tries to earn some money by playing a very melancholic tune on his little ‘frozen trumpet’.
The text is translated from Frisian into Dutch.
words:
Eindelijk thuis in Helsinki, na mijn reis, zeven weken lang door de Noordse wildernis.
Ben uitgeput, het geld is op. Mijn vrienden zijn ziek en mijn lichaam doet pijn. Maar het is niets, want ik ben thuis. Hier kom ik weer op krachten, denk ik zo. Eindelijk thuis!
Overal ligt sneeuw en een weldadige rust heeft bezit van mij genomen. Mijn voeten tintelen, mijn hoofd voelt licht als heb ik veel gedronken. Mijn oogleden worden zwaar, ik val in slaap.
Plotseling geklop, nauwelijks hoorbaar kloppen op de deur. Wie was daar in de ijskoude nacht. Ik stond wankelend op en deed mijn best niet om te vallen. Op weg naar de deur hield het kloppen aan. Aarzelend deed ik de deur op een kier en keek naar buiten.
Bibberend van de kou, netaan zichtbaar in de nacht, stond er een oude man tot zijn enkels weggezakt in de grijze sneeuw. Hij keek mij met angstige ogen aan, een versleten, klein trompetje tegen zijn borst geklemd. In slecht Duits zei hij: ‘Herr, meine Herr, Entschuldigung. Es ist sehr spät. Trotzdem möchte ich etwas fragen. Ich bin Musiker, ein Musiker ohne Geld. Ich habe nur eine Trompete. Gestatten Sie mir etwas für Sie zu spielen. Vielleicht gefällt es Ihnen?’
Zonder op mijn antwoord te wachten zette hij de bevroren trompet aan zijn lippen en met volledige overgave begon hij te spelen; loodzware melancholie in de sneeuw van Helsinki.
from the diary of Leonardo Faber (1840-1896)
private archive – translated from Frisian into Dutch
Words in English:
Finally home in Helsinki after my journey seven weeks through the Nordic wilderness.
I am worn out. No money left. My friends are ill and my body is hurting. But anyhow, I am back home. Here I will regain my strength, I am sure. Finally home.
Ev’rywhere is snow and a salubrious calm has taken possession of me. My feet tingle with cold. I feel light in the head as if I am drunk. My eyelids become heavy. I fall asleep.
Suddenly a knock at the door, only just noticeable, hardly audible. Who was there in the night, in the grim, ice-cold night? I raised to my feet and did my utmost not to fall over. I went to the door . The knocking went on. I opened the door and I looked cautiously outside.
Shivering from the cold in the dark and bitter night was an old beggar, standing by himself, ankle-deep in the ashen snow. He looked at me, nervously clasping a small trumpet to his breast. In German he said:
“Herr, mein Herr, Entschuldigung. Es ist sehr spät. Trotzdem möchte ich etwas fragen. Ich bin Musiker, ein Musiker ohne Geld. Ich habe nur eine Trompete. Gestatten Sie mir etwas für Sie zu spielen. Vielleicht gefällt es Ihnen?”
Not waiting for my answer, he put his frozen trumpet to his frost-bitten lips and with total abandon he began playing. Lowering melancholy in the leaden snow of Helsinki.
from the diary of Leonardo Faber (1840-1896)
private archive – translated from Frisian into English)Frisian archive)